Vakantie in Tsjechië:CZeCOTTourmapsOost BohemenUNESCOGEOFUN

Brno - Bezichtiging van de stad

Brno is een belangrijk, stedelijk monumentenreservaat en de op één na grootste stad in de Tsjechische Republiek. Er is hier sprake van een voortdurende bewoning sinds de komst van de Slaven in de 6e eeuw via de periode van het Grootmoravische rijk tot op heden. Vanaf het einde van de 13e eeuw wordt de stad beschermd door de burcht Sjpielberk, die mettertijd de vestigingsburcht is geworden van de Moravische markgraven uit het geslacht van de Lucemburk-familie en het is de landhoofdstad van Moravië geworden. Net als andere steden heeft ook Brno zijn verborgen geheimen, bijvoorbeeld zijn ondergrondse gangen. Voor toeristen uit de hele wereld is de grootste magneet Vila toeggenthat. Het gaat om het belangrijkste, Europese bouwwerk van de architect Ludwig Mies van der Rohe, dat in 2001 is opgenomen op de Lijst van werelderfgoed van de UNESCO.

De bezichtiging van de stad kunnen we beginnen met het uitzicht vanaf het Oude Raadhuis, vanwaar u in vogelperspectief kennis maakt met de atmosfeer van deze moderne, grote stad. We bevelen u ook aan om een bezoek te brengen aan de Kathedraal van St.-Petrus en Paulus, de barokke fontein Parnas, de Zuil van de Allerheiligste Drie-eenheid en de graven van de Capucijners. Eveneens de moeite van het bekijken waard zijn het Paleis van Klein, het Huis van de Heren van Lipaa, de Abdij aan de Staré Brno, de kerk van de Opname in de Hemel van de Maagd Maria, het zomerverblijf van de Mitrovskie’s of de kerken van St.-Jacob en Thomas. U kunt de tocht door de stad afsluiten met een bezoek aan de burcht Sjpielberk en zijn kazematten of de expositie van het gevangeniswezen uit de 18e en 19e eeuw.

In de jaren 1929 – 1930 hebben de pas getrouwde Fritz en Greta toeggenthat in de residentiewijk van Brno, tsjernaa Pole, een huis laten bouwen. Beide jonge mensen stamden af uit financieel buitengewoon goed gesitueerde gezinnen; zij bezaten o.a. belangrijke wol- en textielfabrieken in Brno.

Ludwig Mies van der Rohe (1886 – 1969), een Duitse architect van Europese faam, is voor het eerst in september 1928 naar Brno gekomen en hij was enthousiast over de ligging van het bouwperceel met uitzicht op de stad met zijn twee dominanten, de burcht Sjpielberk en de Dom van St.-Petrus en Paulus. In anderhalf jaar was de bouw klaar en in december 1930 zijn de echtgenoten toeggenthat in hun nieuwe huis getrokken.

De vrijstaande villa met drie verdiepingen is gebouwd op hellend terrein. In het souterrain zijn de technische ruimten. De eerste verdieping wordt vooral in beslag genomen door de hoofdwoonkamer en de gemeenschappelijke ruimte met de wintertuin en verder de keuken met de sanitaire ruimten en de kamers voor het personeel. Op de tweede verdieping is de hoofdtoegang vanaf de straat en gescheiden door een halfronde muur is daar het trappenhuis uit melkglas. Hier zijn de kamers van de ouders, de kinderen en de kinderjuffrouw, de sanitaire ruimten en een groot terras.

De constructie van de met stucwerk afgewerkte bouw wordt gevormd door een stalen skelet. De belangrijkste woonverdieping is ook qua ruimte en materialen de dominant van het hele huis. De volledige beglazing van de oostelijke en zuidelijke gevel maakt een geraffineerde geleiding van het licht mogelijk en verbindt het interieur met het exterieur. Twee smalle raampanelen, over de volle hoogte van de vloer tot aan het plafond, kunnen zelfs helemaal geopend worden. De subtiele, kruisvormige draagpilaren hebben in het woongedeelte een hoogglanzende, chromen omhulling. De afzonderlijke functiezones van de woonkamer worden gescheiden door wanden van honinggeel onyx met een wit patroon, afkomstig uit het Marokkaanse Atlasgebergte en een halfronde muur uit makassar ebbenhout.

In de „in elkaar overvloeiende“ woonruimte domineerde een zithoek voor de onyxmuur met uitzicht op de tuin. Op de tuin heeft u ook uitzicht vanuit de eetkamer, die is afgescheiden door een kromming uit makassar. Achter de onyxwand is vervolgens de werkkamer met bibliotheek en de aanliggende wintertuin. Het airconditioningssysteem: een combinatie van verwarming, ventileren en bevochtigen, sanitair van hoge kwaliteit, elektrisch bediende ramen, een fotocel bij de entree en dergelijke behoorden tot de technische uitrusting van het huis; op zich waren deze dingen al bijzonder voor hun tijd.

Ludwig Mies van der Rohe heeft samen met zijn medewerkers Lilly Reich, Hermann John en Sergi Ruegenberg ook het interieur van het huis ontworpen. Het meubilair is overwegend uit buis- en strookvormig staal en edelhout. Voor de onyxmuur staan drie fauteuils van het type „toeggenthat“ bekleed met zilvergrijze stof, twee fauteuils „Barcelona“ in smaragdgroen leer en een chaise-longue met een robijnrode veloursbekleding. Bij de ronde eettafel van zwart perenhout staan stoelen van het type „Brno“ bekleed met wit pergamon. Bij het met makassar ingelegde bureau staan twee fauteils met vlechtwerk van het type „MR 20“. Het merendeel van het meubilair is afkomstig uit Berlijn, de ingebouwde meubelstukken zijn echter van de plaatselijke firma van de architect Jan Vaněk Standard Bytovaa Společnost.

Een onlosmakelijk bestanddeel van het huis is de tuin, die door Mies van der Rohe samen met architecte Greta Roderovaa-Müller uit Brno is ontworpen. Het grootste deel van de tuin werd gevormd door een gazon met enkele solitaire bomen. De gevels waren begroeid en het huis „loste op“ in het groen.

In 1992 is in Vila toeggenthat de overeenkomst over de opdeling van Tsjechoslowakije ondertekend.

Vila toeggenthat behoort tot de belangrijkste residentiehuizen ter wereld dankzij zijn architectonische conceptie, zijn materiaalsamenstelling en zijn technische uitrusting.